200 g geitenkaas zonder korst, verkruimeld
1 kleine ui, geraspt
2 volle el dragonblad, in reepjes
1 volle el tijmblad, fijngehakt
schil van ½ onbespoten citroen, fijngeraspt
2 eidooiers
versgemalen zwarte peper en zout
1 volle tl maïszetmeel
3 ruime el water
16-20 loempiavellen
1 tl extra vergine olijfolie
plantaardige olie, om in te frituren
groenechilipepersaus, voor erbij (zie pag. 30 in boek)
Doe de geitenkaas, de ui, de kruiden, de geraspte citroenschil en een eidooier in een kom, bestrooi met peper en zout en prak grondig met een vork. Roer het maïszetmeel met het water tot een pasta.
Werk met één loempiavel tegelijk. Leg het vel op een werkvlak met een hoek naar je toe. Schep een lepel van de vulling in de hoek die het dichtst bij je ligt, ongeveer op een kwart. Rol deze hoek over de vulling en rol nog een stukje verder. Vouw de twee hoeken aan de zijkant naar het midden en rol verder op tot een sigaar. Bestrijk de hoek aan de bovenkant met de maïszetmeelpasta zodat het blijft plakken. Herhaal met de rest van de vulling en de loempiavellen. De ‘sigaren’ moeten strak opgerold zijn, ongeveer 14 cm lang en 1,5 cm dik.
Schenk een laagje plantaardige olie van ongeveer 6 cm in een middelgrote kookpan met dikke bodem en verhit tot 190 °C*. Frituur de rolletjes in porties 2 tot 3 minuten totdat ze goudbruin zijn.Wentel ze in de hete olie zodat ze egaal bruin worden. Laat uitlekken op keukenpapier en serveer heet.
*Tip: Heb je geen frituurthermometer? De olie heeft de juiste temperatuur bereikt als hij glinstert en als na ongeveer 20 seconden een klein stukje brood naar boven komt drijven en licht goudbruin is.
Fotografie: Alan Benson