– 1 grote ui, gesnipperd
– 2 teentjes knoflook, gehakt
– 1-2 el sambal oelek
– 10 g trassi
– 1 tl ketoembar
– 3 kemirinoten, in een droge koekenpan geroosterd
– snufje zout
– zonnebloemolie
– 3 Indonesische laurierbladeren
– 2 stukken laoswortel van 1 cm
– 1 runderbouillonblokje
– 1 kippenbouillonblokje
– 250 g sperziebonen, in stukjes van 2 tot 3 cm gesneden
– 1 liter warm water
– 1 el suiker
– 500 g bamboescheuten uit blik, uitgelekt
– 200 g tempé, in plakken van 2 cm gesneden
– 400 g babymaïs, uit blik, uitgelekt, in plakjes van 2 cm gesneden
– 75 g santen, grofgehakt
– 50 g petéhbonen (optioneel), in reepjes gesneden
– rijst, om erbij te serveren
1. Maak een boemboe van de ui, knoflook, sambal oelek, trassi, ketoembar, kemirinoten en zout.
2. Schenk een dunne laag zonnebloemolie in een pan en fruit de boemboe tot het begint in te dikken. Voeg de laurier- bladeren en laos toe en laat het iets koken. Verkruimel het kippenbouillonblokje en runderbouillonblokje boven de boemboe en roer het door.
3. Voeg de sperziebonen en 1 liter warm water toe en breng de bouillon zachtjes aan de kook. Voeg de suiker, bamboescheuten, tempé en babymaïs toe en laat de bouillon nog een paar minuten borrelen.
4. Voeg de santen en de petéhbonen toe en laat de soep rustig stoven tot de kokos opgelost is en de saus gebonden. Haal de pan van het fornuis, leg een deksel net niet helemaal op de pan, en laat de groenten nog even garen in de hete vloeistof. Serveer met rijst.