400 g ribstuk, lendestuk of longhaas (of lamsnekfilet)
2 el olijfolie
versgemalen zwarte peper en zeezout
1 zakje rucola, waterkers of een andere peperige sla
100 g granaatappelpitjes
Voor de dressing
200 ml granaatappelmelasse (o.a. Midden-Oosterse supermarkt)
75 ml stroperige balsamicoazijn
1 el olijfolie
2 volle tl dijonmosterd
Meng de ingrediënten voor de saus in een maatbeker met een schenktuit en zet apart.
Verhit een koekenpan met dikke bodem op hoog vuur. Wrijf het vlees in met de olijfolie en wat peper en zeezout en leg in de pan (de pan moet sissen en roken als je het vlees erin legt). Schroei het vlees in 3 minuten aan elke kant dicht, haal uit de pan en laat minstens 5 minuten rusten zodat de sappen weer in het vlees kunnen trekken en het vlees sappig blijft.
Duw op het vlees om te controleren of het vlees gaar is: hoe minder het vlees veert, hoe gaarder het is. Het is voor dit gerecht het lekkerst als het vlees niet te veel veert maar in het midden wel nog rood is, maar uiteraard mag je het vlees langer garen (al zijn deze stukken vlees niet geschikt om lang te garen).
Snijd het vlees in plakken en verdeel over een bord. Neem een flinke hand rucola en leg in het midden op het vlees, besprenkel met de dressing en garneer met de granaatappelpitjes. Serveer direct.
Fotografie: Liz & Max Haarala Hamilton